Home>

Paragraaf 6 Verdiepingsstof: hindoeïsme en reïncarnatie, opdracht 43

Opdracht 43

Lees de volgende tekst en schrijf de antwoorden op de volgende vragen in je boek op bladzijde 27.

a. Hoe kan de mens de uiteindelijke bevrijding vinden in zijn leven, volgens het hindoeïsme? Licht je antwoord toe.

b. Onthechting is een van de drie verlossingswegen van het hindoeïsme. Wat betekent het?

 

Totale bevrijding: moksha en dharma

Het hindoeïsme ziet een uitweg uit de cyclus van wedergeboorte. De mens moet geen karma meer vormen. Het gaat erom geen gevolgen meer te creëren, zelfs geen goede gevolgen. Daardoor wordt de omsluiting van Atman door materie steeds minder (de omstrengeling wordt dunner). Daardoor krijgt Atman (het wezenlijke, het goddelijke principe) meer ruimte. De mens moet zich dus zien te bevrijden. Of beter gezegd: hij moet Atman bevrijden!

Het woord dat hindoes gebruiken voor bevrijding is moksha. De mens kan bevrijding realiseren door zich te houden aan dharma: de religieuze plichten. Elke hindoe heeft religieuze plichten, alleen zijn die niet voor iedereen hetzelfde. Ze zijn onder andere afhankelijk van de kaste waartoe je behoort. In elke kaste zijn er specifieke religieuze plichten op het gebied van werk, activiteiten, waarden en normen, offers, rituelen en aanbidding. Ieder mens houdt zich aan de religieuze plichten die in zijn kaste gelden. Als hij dat goed doet, vormt hij een goed karma en kan hij in een wedergeboorte naar een hoger niveau stijgen.

We gaven al aan dat het nog beter zou zijn als hij geen karma zou aanmaken. Daar heeft het hindoeïsme een aantal wegen voor en die worden verlossingswegen genoemd. We noemen er hier drie:

a. Karma-yoga: je verricht wel bepaalde daden, maar zónder dat je er belang bij hebt of eraan gehecht bent. Je doet bepaalde dingen omdat het niet anders kan. Je vindt de resultaten van je handeling niet belangrijk en daardoor creëer je ook minder of geen gevolgen (karma).

b. Bhakti-yoga: je draagt je daden en de gevolgen daarvan op aan een godheid. Je stelt je hele leven in dienst van een godheid en je laat je geheel door hem bepalen.

c. Onthechting: je probeert je helemaal los te maken van de wereld. Je gaat leven als een asceet: als iemand die zijn hartstochten en begeerten beteugelt en leeft met heel veel zelfdiscipline. Een ascetisch bestaan houdt in dat je je natuurlijke behoeften beheerst of zelfs onderdrukt, zodat je geest vrij is en gericht kan zijn op het geestelijke of het goddelijke. Bij natuurlijke behoeften kun je denken aan de behoeften aan consumeren, seksualiteit, macht, rijkdom en status.

 

In het hindoeïsme is het mogelijk dat een mens tot een totale verlossing komt. Hoe? Door Atman te bevrijden uit zijn ‘gevangenis’ en terug te laten gaat naar zijn oorsprong: het goddelijke. Dit is de hoogste vorm van bevrijding: zij is onomkeerbaar en blijft eeuwig. Deze toestand kan gezien worden als de hoogste vorm van gelukzaligheid.