Home>

Paragraaf 5 Uitingsvormen van het christendom, opdracht 29

a. Lees de volgende tekst en schrijf dan de antwoorden op de vragen in je boek.

Franciscus van Assisi

Franciscus van Assisi leefde in Italië van 1182 tot 1226. In zijn jeugd werkte Franciscus in de zaak van zijn vader, een rijke koopman. Franciscus leefde in grote rijkdom en genoot van het leven met zijn vele vrienden, bij wie hij heel populair was.

Maar langzamerhand kreeg hij genoeg van die wijze van leven en hij vroeg zich af: ‘Gaat het dáár nou om in het leven? Is geld en luxe het belangrijkste in het leven?’ Er was iets wat hij steeds belangrijker vond: Chris­tus dienen. Franciscus veranderde zijn manier van leven. Hij kleedde zich in lompen als een bedelaar. Hij reisde zonder reiszak, schoeisel en staf. Daarbij ging het hem om één ding: het naleven van Jezus en het verkondigen van het evangelie. Door zijn manier van leven wilde hij laten zien dat een echte christen leeft zonder bezit.

Franciscus werd geraakt door het lijden van de armen en de melaatsen in zijn omgeving. Melaatsen werden uit de samenleving verstoten. Hij hielp ze zoveel hij kon en ook deelde hij het leven met bedelaars.

De vader van Franciscus was diep teleurgesteld in zijn zoon. Woedend onterfde hij hem.

Broeders onder elkaar

Steeds meer zag Franciscus in Jezus van Nazareth zijn grote voorbeeld. Zó wilde hij ook leven. Franciscus kreeg ook volgelingen die met hem heel sober leefden. Ze werden ‘broeders’ van elkaar. Op een gegeven moment waren er twaalf. Franciscus wilde een eigen leefgemeenschap vormen. Hij vroeg daarvoor toestemming aan de paus en hij kreeg die in het jaar 1210. Franciscus gaf de groep een naam: ‘De orde der minderbroeders’. Belangrijk uitgangspunt van deze orde was de gemeenschap van goederen. Als je toetrad tot deze orde leverde je al je spullen in: ze werden gezamenlijk eigendom. Gelijkheid binnen de groep was heel belangrijk. De orde wilde bezit en rijkdom vermijden. Door te werken, konden de leden in leven blijven. De leden van deze groep leefden onge­huwd zodat ze al hun energie konden besteden aan een leven in de geest van het evangelie.

Kritiek leveren op anderen (de kerk of de samenleving) deden de Franciscanen niet. ‘Kijk eerst naar je zelf, in plaats van kritiek te leveren op ande­ren’, zo luidde de stelregel.

Dierenliefhebber

Franciscus staat ook bekend als een grote dierenliefhebber. Zo is over hem bekend dat hij wormen optilde zodat ze niet vertrapt konden worden. Hij sprak ook vogels en dieren toe en volgens de overlevering luisterden zij ook nog naar hem! Franciscus zag de natuur als Gods Schepping waar mensen met eerbied mee moeten omgaan. Zo hakte hij als broeder-houthakker niet méér bomen om dan strikt noodzakelijk was.

Franciscus wordt beschouwd als de grootste heilige uit de middeleeuwen, volgen sommigen wel uit de hele geschiedenis. Een ander voorbeeldfiguur uit deze tijd is Clara van Assisi. Zij stichtte de orde der Clarissen. In de eeuwen die volgden groeiden de Franciscanen en de Clarissen uit tot belangrijke kloosterordes.

Uitgangspunten van de Orde der Minderbroeders bleven het navolgen van Christus, het streven naar geweldloosheid, gelijkheid onder mensen en opkomen voor hulpbehoevenden.

 

b. Franciscus wordt beschouwd als de grootste heilige uit de middeleeuwen, volgen sommigen wel uit de hele geschiedenis. Waarom?

c. Hoe keek Franciscus aan tegen de natuur?

d. In zijn jeugd was Franciscus populair vanwege zijn rijk­dom. Geef aan welke zaken in jouw omgeving een rol spelen bij het al of niet populair zijn.

e. Vind jij het terecht dat deze zaken een rol spelen bij de populariteit van mensen?