Paragraaf 4 Etiquette en omgangsvormen, opdracht 32 Fatsoenstest

Maak de test.
Zie hieronder wat jouw puntenaantal zegt over hoe tolerant je bent.

Schrijf jouw puntenaantal en wat het betekent in het boek op bladzijde 46.

Opdrachten

Vraag 1

Afwezig zonder reden. Je gaat niet naar een verjaardagsfeestje en je brengt degene die je heeft uitgenodigd daarvan ook niet vooraf op de hoogte.

Vraag 2

Voordringen. Dring je wel eens voor, bijvoorbeeld in een winkel?

Vraag 3

Gebruik grove taal. Neem je wel eens grove taal in de mond? (scheldwoorden, schuttingtaal)

Vraag 4

Fietsen op de stoep. Fiets je wel eens op de stoep?

Vraag 5

Graffiti spuiten. Doe je wel eens een object in de publieke ruimte (deur, muur, straat, gebouw) beschrijven met een stift of krijt?

Vraag 6

Te laat komen voor een afspraak. Kom je wel eens te laat op een belangrijke afspraak?

Vraag 7

Boeren of winden? Laat je wel eens een boer of een wind in gezelschap van anderen?

Vraag 8

Niet opstaan voor ouderen in het openbaar vervoer. Je blijft zitten en staat niet op voor een oudere man of vrouw in de bus, trein of tram.

Vraag 9

Een klasgenoot plagen. Doe je wel eens mee aan het, samen met anderen, pesten van een klasgenoot?

Vraag 10

Kauwgum in de klas of op je werk. Gebruik je kauwgum in de klas, tijdens werk (bijbaantje) of als je praat met een oom of tante?