Paragraaf 5 Sport en ethiek, opdracht 31

Opdracht 31

Er zijn voor- en tegenstanders van het gebruik van doping in de sport. Lees de volgende tekst.

Schrijf de samenvattingen en je mening op in je boek op bladzijde 98.

a.  Geef een samenvatting van argumenten voor dopinggebruik in de sport.
b.  Geef een samenvatting van argumenten tegen dopinggebruik in de sport.
c.  Wat is jouw mening over dit onderwerp?

 

Argumenten voor doping

We geven nu een overzicht van argumenten vóór het vrijgeven van dopinggebruik in de sport:

a.  Een mens mag met zijn lichaam en gezondheid doen wat hij wil, zo lang hij anderen geen schade toebrengt. Het is niet aan anderen om te bepalen wat goed voor hem of voor zijn gezondheid is. In onze samenleving mag je eten wat je wilt, ook als dat leidt tot een ziekte. Ook mag je drinken wat je wilt, zelfs als dat je lever aantast en je misschien doodgaat. Een sporter is een vrij mens en kan zelf kiezen wat goed en slecht is.

b.  Sommige tegenstanders van doping beweren dat doping onnatuurlijk is. Maar wat is natuurlijk? Wanneer we spreken van ‘natuurlijk’ bedoelen we daarmee hoe iets was voordat de mens ingreep. Maar een dergelijke situatie is niet te achterhalen. Alles wat er is op aarde werd en wordt door de mens beïnvloed. Daarom kunnen we niet goed weten wat de menselijke natuur is. Er zijn ook geen bronnen die je kunt raadplegen om te weten wat natuurlijk is. Sommige mensen denken dat de Bijbel een dergelijke bron is, maar andere mensen erkennen deze bron niet. Mensen kunnen daarom ook niet bewijzen wat ‘natuurlijk’ en wat ‘onnatuurlijk’ is. Uiteindelijk bepaalt de mens zelf wat natuurlijk is en wat niet. En dan zijn we weer terug bij af. We weten niet wat ‘onnatuurlijk is’.

c.  Gelijke kansen bestaan niet in de sport.

Sommige tegenstanders van doping wijzen er op dat sporters gelijke kansen dienen te hebben. Doping zou dan in strijd zijn met gelijke kansen in de sport. Er hebben echter nooit gelijke kansen bestaan in de sport. Zo heeft de een meer talent meegekregen dan de ander. Bovendien heeft een sporter in Nederland veel betere trainingsmogelijkheden dan een sporter in een arm land. Gelijke kansen bestaan niet in de sport.

d.  Steeds blijkt weer dat dopinggebruik voorkomt en dat het niet is te voorkomen. De bestrijders van doping lopen steeds achter de feiten aan. Dopinggebruik kunnen we niet tegenhouden, dus waarom zou je het dan willen stoppen?

 

Argumenten tegen doping

We geven nu een overzicht van argumenten tégen dopinggebruik in de sport:

a.  Veel dopingmiddelen zijn slecht voor de gezondheid van de sporter. Zo zijn er in de wielrennerij in het verleden een aantal jonge renners overleden aan een hartstilstand. Volgens sommige dopingdeskundigen houdt dit verband met dopinggebruik. Wanneer een vrouwelijke topsporter bepaalde dopingmiddelen gebruikt, bestaat er een kans dat ze onvruchtbaar wordt. Door doping te verbieden, wordt de gezondheid van de sporter beschermd.

b.  Doping is onnatuurlijk.

De natuurlijke mogelijkheden waarover de mens beschikt om te presteren zijn het lichaam dat hij mee krijgt van moeder natuur, training en goede voeding. Erfelijke aanleg is een belangrijke factor voor sportieve prestatie. Doping is iets kunstmatigs. Het is onnatuurlijk.

c.  Dopingmiddelen kunnen slecht zijn voor het nageslacht.

Een vrouw die doping gebruikt, krijgt later misschien kinderen die minder gezond zijn. Door doping te verbieden, beschermen we de gezondheid van het nageslacht van de sporter.

d.  De dopinggebruiker houdt zich niet aan de regels van een sport.

Veel sportbonden en sporten hebben regels die doping verbieden. Word je betrapt, dan krijg je een schorsing voor een bepaalde periode. Wanneer je een bepaalde sport beoefent, hoor je je te houden aan de regels van die sport. Doe je dat niet, dan is er geen sprake meer van eerlijke concurrentie. Zonder regels kun je niet sporten. De regels zorgen ervoor dat iedereen evenveel kansen heeft om te winnen. Dopinggebruik is vanuit dit gezichtspunt onsportief en immoreel.