Paragraaf 5 Jaloezie, opdracht 22

Doe de test en noteer je score in je boek op bladzijde 147.

Opdrachten

Vraag 1

Je hebt een vriend(in). Hij (of zij) gaat op vrijdagavond naar de bioscoop met een aantal jongens en meiden. Het is niet de bedoeling dat jij mee gaat. Hoe reageer je?

Vraag 2

2. Je beste vriend(in) heeft sinds kort een relatie. Hij (of zij) besteedt minder aandacht aan jou. Wat vind je daarvan?

Vraag 3

Een klasgenoot heeft supermooie nieuwe kleren. Hoe reageer je?

Vraag 4

Je hebt een vriend(in). Hij of zij noemt een ander meisje of jongen: ‘schatje’. Hoe reageer je?

Vraag 5

Een klasgenoot heeft een schitterende nieuwe smartphone, de duurste die er is. Hoe reageer je?

Vraag 6

Je klasgenoot en tevens beste vriend(in) heeft een veel beter rapport dan jij. Hoe reageer je?