Paragraaf 5 Is er leven na de dood?, opdracht 30

Opdracht 30

Lees de volgende tekst.

In deze tekst komen ook de begrippen hemel, hel en vagevuur aan de orde. Schrijf de betekenis van de drie begrippen op in je boek bij opdracht 20.

Raadpleeg ook een website of een boek over symbolen en onderzoek welke symbolen er zijn voor hemel, hel en vagevuur.

Teken de symbolen of plak de plaatjes bij de opdracht in het boek.

 

Hemel en hel

In het christendom leefde de gedachte dat de mens na zijn dood in de hemel komt. Dat is een plaats waar God verblijft, evenals de mensen die zijn overleden, of hun zielen. De hemel wordt als een idylle voorgesteld. Het is er aangenaam: iedereen is er gelukkig. Het lijden is afwezig in de hemel. Anderen woorden die wel gebruikt worden voor hemel zijn paradijs en Rijk van God.

Na verloop van tijd krijgt ook het idee van de hel meer en meer invloed binnen het christendom. Bij de hel had men het beeld van een plek met een hoge mate van ellende en pijn. Een veel gebruikt beeld was een brandende vuilnisbelt. Mensen die niet leefden volgens de normen van het geloof, en dus ‘zondigden’, zouden terechtkomen in de hel.

In christelijke uitingsvormen (preken, boeken, schilderijen) is zichtbaar dat de mensen in de hel gemarteld worden door duivels. Dit beeld zou de mensen moeten afschrikken. Mensen zouden het wel laten om te zondigen tegen de regels van het geloof. Ook had men met het idee van de hel de bedoeling dat armen niet in opstand zouden komen tegen de machthebbers.

Naast de ideeën over een hemel en een hel ontstond in de 13de eeuw, tijdens het Concilie van Lyon (1274), het idee van een vagevuur: een tussenstation tussen het moment van sterven en het eeuwig geluk in de hemel. Na een tijd van boetedoening voor de zonden is men voldoende gezuiverd en kan men (toch) in de hemel komen. Overigens heeft het idee van een vagevuur geen enkel aanknopingspunt in de bijbel.

Samenvattend kunnen we zeggen dat de écht goede mensen in de hemel terechtkwamen, de écht slechten in de hel, en de overigens in het vagevuur, alwaar ze via boetedoening alsnog naar de hemel konden ‘doorstromen’. Wanneer de levenden veel voor hen baden, werden de kansen om in de hemel te komen vergroot.

Veel christenen vinden de ideeën over hemel, hel en vagevuur niet meer van deze tijd: ze geloven er niet meer in. Wel geloven ze in het idee van het christendom dat de dood niet het laatste woord heeft.