Paragraaf 1 Inleiding, opdracht 2
Aanvullende stof: doodssymbolen
Symbolen van de dood zijn onder andere een skelet, zandloper, zeis, doodshoofd en treurwilg.
In de geschiedenis zien we verschillende symbolen van de dood:
a. Historici gaan ervan uit dat in de prehistorie golfcirkels symbolen voor de dood waren. Met deze golfcirkels bedoelen we de concentrische cirkelbogen op muurstenen van megalithische graven uit het Neolithicum. Men veronderstelt dat de cirkelbogen het wegzinken in het water van de dood aanduiden. Ook waren er voorstellingen van een hiernamaals voorbij een ringzee of een rivier die de wereld der levenden begrenst, evenals op rotstekeningen afgebeelde schepen die gestorvenen naar de andere wereld moesten brengen. Dit zijn de zogenaamde ‘dodenschepen’.
b. Ook de Etruskische cultuur had een eigen manier van symboliseren van de dood. Zo zien we op grafkunst van deze oude cultuur ‘dolfijnen en zeepaarden, die de zielen naar de Elyseïsche Eilanden der zaligen brachten’. Op een later tijdstip zijn het angstwekkende doodsdemonen (enerzijds Charun die uitgerust is met een hamer die aan de tweesnijdende bijl moet denken, en anderzijds Toegoelga die slangen in haar handen heeft) die het beeld van de dood bepalen.
c. Afbeeldingen van de gestorvenen zelf zien we vaak terug op de grafstenen uit de Oudheid. Daarnaast zijn er afbeeldingen van klaagvrouwen waarvan het hoofd bedekt is. Andere doodssymbolen in de oudheid zijn maankoppen die de slaap symboliseren (Thanatos), een omgekeerde fakkel, skeletten en doodshoofden. Vanaf de Late Middeleeuwen zijn er afbeeldingen van dodendansscènes. Deze symboliseerden de macht van de dood over de mens.
d. Andere symbolen van de dood in verschillende historische periodes zijn:
- het dodenschip wordt in de Griekse kunst een ‘kerkschip’ met anker en kruis (als mast), en met een als uit de ark van Noach opvliegende duif (die de dode naar het paradijs begeleidt);
- de zeis van de Dood die het ‘afsnijden van het leven’ voorstelt;
- pijl en boog, als symbool voor dodelijke wapens;
- een zandloper (Chronos), die kan worden gezien als een toespeling op de begrensdheid van het aardse leven;
- de treurwilg (vooral in de Romantiek);
- in Oost-Azië is wit (symbool: de lelie) de kleur voor de dood, in Europa is dat zwart.
Bron: Prisma van de Symbolen, Het Spectrum, Utrecht, 1991.