Paragraaf 8 Leerpunten bij dit hoofdstuk, opdracht 47 Oefentoets

Oefentoets

1. Taal hoort bij een sociale gemeenschap. Leg dat uit.

2. Wat is het voordeel van het beheersen van meerdere talen? Licht je antwoord toe.

3. Bij eenvoudige stamculturen speelde magie een belangrijke rol. Hoe en waarom?
Leg dit uit.

4. Wat is het verband tussen taal en socialisatie?

5. In wat voor soort verhalen speelt fictie vaak een rol? Noem er drie.

6. Welk begrip (woord) kennen we voor personen die een voorbeeld zijn voor grote groepen mensen?

7. Hier volgen vier uitspraken. Eén uitspraak is juist.
a. Beeldende taal moet je letterlijk nemen.
b. Over zakelijke uitspraken ontstaan eerder misverstanden dan over beeldende taal.
c. Zakelijke taal werkt met beelden.
d. Zakelijke taal beschrijft de werkelijkheid letterlijk.

8. Waaruit blijkt dat mensen ‘esthetische wezens’ zijn?

9. Muziek roept bij mensen bepaalde gevoelens en gedachten op. Geef drie voorbeelden van die gevoelens.

10. Wat is een muziekstijl?

 

Multiple-choice vragen: geef aan of de volgende uitspraken goed of fout zijn.

1.     Om een boodschap te begrijpen, moet je alleen kijken naar wat er gezegd wordt.

2.     Symbolen als een peace-teken en een Nederlandse vlag zijn vormen van levensbeschouwelijke communicatie.

3.     Socialisatie: het proces waarbij groepen mensen worden opgenomen in een nieuwe cultuur.

4.     Een verhaal omvat alleen fictie.

5.     Voorbeelden van een bevredigende situatie bij een verhaal: geluk, welvaart.

6.     Een voorbeeld van beeldende taal is: "Wat een etter is die Erica”.

7.     Met beeldende taal kun je ingewikkelde dingen kort zeggen.

8.     De Islam gebruikt alleen beeldende taal.

9.     Popmuziek is ontstaan eind negentiende eeuw

10.  Gospel is muziek met een humanistische kijk op het leven.

 

Antwoorden

Open vragen

1. Het systeem van tekens (taal) is een door een bepaalde gemeenschap geaccepteerd systeem. Die gemeenschap heeft een aantal afspraken gemaakt over hoe men allerlei zaken in de werkelijkheid noemt. Dat maakt communicatie tussen de leden van die gemeenschap mogelijk. Ze bedoelen allemaal hetzelfde met de tekens (woorden, zinnen, etc.) die ze gebruiken.

2. Je maakt jezelf gemakkelijker een andere cultuur eigen. Iemand die goed de Turkse taal beheerst, zal bepaalde uitdrukkingen beter aanvoelen en ook beter begrijpen hoe de Turkse cultuur in elkaar steekt.

3. Men probeerde met behulp van speciale objecten, rituelen en het herhaald uitspreken van bepaalde spreuken de goden gunstig te stemmen. Dit geheel (objecten, rituelen en spreuken) zou een helende en heiligende werking hebben. Men dacht dat het een oplossing bood voor problemen met voedsel, gezondheid, veiligheid, vruchtbaarheid en het liefdesleven. Magie gaf de mens het gevoel dat hij controle had over de natuur en het leven.

4. In opvoeding en onderwijs wordt een kind geschikt gemaakt om als volwaardig persoon te kunnen functioneren in allerlei rollen in de cultuur. Daarbij speelt taal een belangrijke rol.

5. Mythen, sagen en sprookjes.

6. Rolmodellen.

7. d.

8. Mensen hebben bepaalde - veelal onbewuste - gevoelens en opvattingen over schoonheid. Mensen willen zich mooi kleden; ze maken zich op; ze willen in een mooie auto rijden; ze willen genieten van mooie muziek; ze willen een mooi schilderij aan de muur; etc. Mensen kunnen ook genieten van een mooie zin, een mooi gedicht, een mooie parabel of een goed geschreven boek. Ieder mens is een esthetisch wezen: ieder mens heeft een gevoel voor wat mooi en lelijk is.

9. Ontspanning, troost, blijdschap en liefde.

10. Een groep artiesten met eigen kenmerken: instrumenteel, zang en teksten. Daarnaast ook met een eigen uiterlijk en gedrag van de artiesten.

Multiple-choice vragen
1f, 2g, 3f, 4f, 5g, 6g, 7g, 8f, 9f, 10f.