Paragraaf 7 Leerpunten bij dit hoofdstuk, opdracht 49 Oefentoets
Open vragen
1. Wat bedoelen we met de uitspraak: "Seksualiteit raakt iedereen".
2. Wat is erotiek?
3. Geef aan wat de volgende begrippen betekenen:
a. cyberseks.
b. erotisch.
c. impotent.
d. soa.
e. frigide.
4. Wat is liefde? Licht je antwoord toe.
5. In deze tekst over puberteit staan twee fouten. Welke zijn dat?
a. In de puberteit is er een sterke toename in gewicht van jongens en meisjes.
b. De eerste seksuele ervaringen hebben vaak het karakter van experimenteren met het (veranderde) lichaam.
c. De meeste jongeren hebben tijdens de puberteit nog geen seksuele ervaring met andere jongens of meisjes.
d. De puberteit begint bij jongens eerder dan bij meisjes.
e. Tijdens de puberteit wordt het mogelijk dat een jongere nageslacht voortbrengt.
f. De productie van geslachtscellen neemt zijn aanvang op een leeftijd van ongeveer zeventien/achttien.
6. Wat is seksueel geweld? (definitie)
7. Hoe stond Augustinus ten opzichte van seksualiteit? Licht je antwoord toe.
8. Wat betreft zingeving kan worden gezegd dat seksualiteit binnen een relatie verschillende betekenissen en doelen kan hebben. Noem er vier.
9. Wat is de kern van hedonistische visie op seks en liefde?
10. Steeds meer moslims in Nederlanders kijken anders aan tegen huwelijk en maagdelijkheid. Licht dit toe.
Multiple-choice vragen: geef aan of de volgende uitspraken goed of fout zijn
1. Impotentie: zich kleden als iemand van het andere geslacht.
2. Seksualiteit heeft ook met liefde te maken.
3. Liefde overkomt je gewoon.
4. Bij jongens wordt de groei van de secundaire geslachtskenmerken in gang gezet na de pubertijd.
5. Dubbele moraal: voor vrouwen is ‘vreemd gaan’ verboden, maar mannen wordt het minder aangerekend.
6. In de seksuele beheersingsmoraal waren vrijheid en genot heel erg belangrijk.
7. "Wat is het doel van seksualiteit?" Dit is een levensvraag over seksualiteit.
8. Epicurus was een christen.
9. Voor de christelijke visie is het lichaam - en de mogelijkheid van seksualiteit – een gave van God.
10. Homoseksualiteit wordt in de praktijk niet helemaal geaccepteerd door moslims en christenen.
Antwoorden
Open vragen
1. Mensen doen aan seksualiteit en denken er over na. Tegenwoordig wordt er steeds meer over gesproken. Seksualiteit kom je tegen op tv, de radio, billboards, internet, in tijdschriften en reclame en is niet weg te denken uit ons leven.
2. Gevoelens die samenhangen met gedachten, handelingen en objecten die een rol spelen bij geslachtsgemeenschap en het opbouwen van een sterk verlangen hiernaar. Denk aan erotische kleding, erotische hulpmiddelen, erotische plaatjes, etc.
3. a. cyberseks: seks via het internet
b. erotisch: gevoelens die samenhangen met gedachten, handelingen en objecten die een rol spelen bij geslachtsgemeenschap en het opbouwen van een sterk verlangen hiernaar.
c. impotent: onmachtig tot de seksuele daad (man).
d. soa: seksueel overdraagbare aandoening.
e. frigide: seksuele ongevoeligheid van de vrouw.
4. Liefde is een gevoel, maar ook een verstandelijke keuze. Bij liefde kies je bewust voor elkaar. Je wilt elkaars leven delen: de positieve en negatieve kanten. Liefde groeit vaak tijdens een periode van verliefdheid.
5. d, f.
6. Wanneer iemand seksuele handelingen bij jou doet, terwijl jij dat niet wilt. Het kan ook zijn dat je gedwongen wordt om iets te doen.
7. Negatief. In de opvatting van Augustinus over seksualiteit herkennen we het dualisme. Dat is de scheiding tussen geest en lichaam. Het geestelijke aspect van de mens werd hoger gewaardeerd dan het lichamelijke. Onder dat laatste valt ook de seksualiteit.
8. Genieten van elkaar, warmte, tederheid, veiligheid bij elkaar zoeken, zorgen voor nageslacht, etc. Ook: de zingeving in het bestaan.
9. Seks is er vooral om veel van te genieten. Genieten is heel belangrijk in het leven.
10. Ze zien het als een privékwestie. Het is iets tussen man en vrouw en niet iets dat de hele familie raakt.
Multiple-choice vragen
1f, 2g, 3f, 4f, 5g, 6f, 7f, 8g, 9g, 10g.