Paragraaf 8 Leerpunten bij dit hoofdstuk, opdracht 34 Oefentoets

Open vragen

1. Communiceren is niet altijd even gemakkelijk. Leg dit uit.

2. Beyoncé geeft een concert in Ahoy.
a. Is hier sprake van communicatie? Geef redenen!
b. Is hier sprake van levensbeschouwelijke communicatie? Geef redenen!

3. Wat kun je doen om te toetsen of je boodschap goed overkomt?

4. Waarin onderscheidt levensbeschouwelijke communicatie zich van ‘gewone’ communicatie?

5. Levensbeschouwing speelt een belangrijke rol op sociale media. Legt dit uit.

6. Levensbeschouwelijk communicatie is belangrijk voor de samenleving. Leg dit uit.

7. Tip: Spreek voor je zelf. Leg dit uit.

8. a. Wat is congruentie?
b. Waarom is het belangrijk?

9. Wat is spiegelen?

10.  a. Wat is een analogie?
b. Geef een voorbeeld.


Multiple-choice vragen: alleen 'goed' of fout' noteren!

1. Er bestaat een verband tussen communi­catie met en zonder woorden: ze zijn altijd met elkaar in overeen­stem­ming.
2. Sommige mensen communiceren alleen verbaal, terwijl ande­ren alleen non-verbaal communiceren.
3. Levensbeschouwelijke communicatie is de uitwisseling van levensbeschouwelijke ervaringen, opvattingen en gevoelens.
4. Een voorbeeld van georganiseerde levensbeschouwelijke communicatie is een popconcert.
5. Kenmerkend voor sociale media is dat de social media zelf de inhoud (content) verzorgen.
6. Een pseudoniem is een zelfgekozen naam die afwijkt van de werkelijke eigen naam.
7. Respect voor el­kaars standpunt betekent dat je het met elkaar eens bent.
8. Je kunt laten merken dat je actief luistert door direct aan te vullen als je gesprekspartner even stil valt (omdat hij of zij naar woorden zoekt om zich uit te drukken).
9. Spiegelen is: iemands woorden in eigen woorden herhalen.
10. Een voorbeeld van een persoonsgebonden argument is: "Mark rijdt motor en heeft geen helm op. Hij vindt dit geen probleem, want meer motorrijders doen het."

Antwoorden

Open vragen

1. Ook al wil je graag, het lukt niet altijd. Het kan zijn dat je blokkeert of bang bent niet goed begrepen te worden. Of dat je niet in staat bent de goede woorden te vinden om je gevoelens uit te drukken. Het kan ook zijn dat je wat verlegen bent en moeite hebt om contact te leggen met anderen.
Ook spreken in het openbaar is voor velen een lastige opgave.

2. a. Jazeker. Zij zingt, praat, zwaait met zijn armen, heeft een gezichtsuitdrukking, draagt bepaalde kleding, etc.
b. De songs van Beyoncé verraden een bepaalde kijk op het leven. Ze laten zien wat zij belangrijk vindt in het leven.

3. Vragen aan de ontvanger om jouw boodschap in eigen woorden samen te vatten en dan zelf aangeven of zijn samenvatting overeenkomt met de boodschap die jij uitzond (of beter: had willen uitzenden.).

4. Doordat de inhoud van levensbeschouwelijke communicatie betrekking heeft op alles wat met levensbeschouwing te maken heeft: levensvragen, antwoorden op levensvragen, symbolen en rituelen met een levensbeschouwelijk karakter, etc. Dat is niet perse het geval bij gewone communicatie.

5. In de informatie die mensen delen op social media zit bedoeld of onbedoeld veel levensbeschouwing verpakt.

6. In Nederland zijn veel verschillende, gemeenschappelijke levensbeschouwingen. Die levensbeschouwelijke groepen denken verschillend over belangrijke dingen in het leven en toch moeten ze in één land samenleven.
Door elkaar te informeren over hoe je levensbeschouwelijk over dingen denkt, kan er meer begrip ontstaan. Meningsverschillen kunnen dan opgelost worden zonder dat er geweld aan te pas hoeft te komen.

7. Spreek in eerste instantie voor jezelf en niet namens ‘de groep’. Een groep kan niet denken; het zijn altijd individuele mensen die denken.
Door voor je zelf te spreken, laat je zien dat je een zelfstandige persoon bent die over de belangrijke dingen van het leven nadenkt en die als het nodig is ook verantwoordelijkheid neemt voor zijn opvattingen en gedrag. Een zelfstandige persoon verschuilt zich niet achter een groep.

8. a. Het verbale gedrag laten aansluiten bij het non-verbale gedrag.
b. Het niet overeenstemmen van woorden en daden leidt tot onduidelijkheid in de communicatie, waardoor problemen moeilijk op te lossen zijn.

9. Dat is iemands woorden in eigen woorden herhalen. Je houdt de ander als het ware een spiegel voor.

10. a. Een vergelijking maken met een andere situatie.
b. Je vindt dat fascistische politieke partijen verboden moeten worden. Je maakt een vergelijking met de jaren dertig, toen Hitler met zijn partij uiteindelijk via het parlement de macht over kon nemen.

 

Multiple-choice vragen: goed of fout
1f, 2f, 3g, 4f, 5f, 6g, 7f, 8f, 9g, 10f.