Paragraaf 2 Inleiding op de islam, opdracht 11
Lees de tekst ‘Alevieten en soefi’s, twee minderheden binnen de islam’ hieronder.
Schrijf in je leerwerkboek op bladzijde 87 in het kort enkele kenmerken van deze islamitische stromingen.
Alevieten en soefi’s, twee minderheden binnen de islam
Het alevitisme is een richting binnen de sjiitische stroming. Alevieten worden ook wel humanistische moslims genoemd. Voor hen zijn de regels en geboden uit de Koran en de tradities niet van belang. In hun ogen zijn dit slechts ‘uiterlijkheden’ die niets te maken hebben met het ware geloof. Voor de alevieten gaat het om het innerlijk aspect van het geloof. Een belangrijke waarde voor een aleviet is respect voor de medemens, onafhankelijk van zijn geloof, afkomst of seksuele geaardheid. Ook waarden als vrijheid, verdraagzaamheid en tolerantie zijn belangrijk. Volgens alevieten moet de mens zelf richting geven aan zijn leven. Om dat te bewerkstelligen heeft de mens van Allah verstand gekregen en een vrije wil.
Voor alevieten is de gemeenschap erg belangrijk. Maar die gemeenschap kan alleen goed functioneren als mensen zich kunnen beheersen. De belangrijkste leefregel van de alevieten is dan ook: ‘Beheers je hand, je tong en je lendenen’. Dat betekent geen geweld tegen je medemens, niet liegen en niet vreemd gaan. Kerngedachte is dus controle over je zelf.
Politiek zijn de alevieten links georiënteerd. Ze zijn ook overtuigd van de gelijkwaardigheid van man en vrouw. In Nederland wonen ongeveer 100.000 alevieten.
Een andere islamitische groep zijn de soefi’s: ze zijn georganiseerd in gemeenschappen die er eeuwenoude filosofische en muzikale tradities op na houden. Het soefisme is een mystieke stroming binnen de islam: men houdt zich bezig met ascese (onthouding) en meditatie (bidden, nadenken, etc.) en probeert zoveel mogelijk los te komen.