Paragraaf 31 Schrijfronde
Omschrijving: het verzamelen van gegevens (kennis, gevoelens, meningen, feiten) die bij de individuele leerlingen bewust of onbewust aanwezig zijn door schriftelijk te reageren op stellingen, meningen en uitspraken. In de plaats van een stelling kan het ook gaan om een vraag over een bepaald onderwerp.
Doel: eigen meningsvorming verder ontwikkelen, beter leren schrijven en rekening houden met elkaar.
Werkwijze:
1. De leraar legt aard en doel van deze werkvorm uit.
2. Er worden twee rijen van leerlingen aangewezen.
3. Elke leerling uit die rij krijgt een stelling toegewezen (elke stelling mag maar een keer gekozen worden).
4. De leerlingen zijn een minuut bezig zijn met het bedenken en formuleren van een reactie. (stilte in de klas!)
5. Iedere leerling zet zijn naam onder zijn reactie en geeft die door aan de linkerbuurman\vrouw.
6. Deze leest het geschrevene en reageert erop. De reactie kan verschillend zijn; een wedervraag, een tegenwerping, een antwoord of mening. Ook hij\zij weer de naam onder zijn reactie en geeft weer door aan linkerbuurman\vrouw, etc.
7. Na een aantal rondes wordt het geschrevene voorgelezen en overdacht. Eventueel worden zaken nader verduidelijkt of opgelost.
8. Tot slot kan deze werkvorm (het leerdoel, de voorbereiding, de uitvoering) geëvalueerd worden.
Bron: Het didactisch werkvormen boek, Hoogeveen, P. en Winkels, J., uitg. Van Gorcum Assen, ISBN 9789023240679. Zie ook: Het groot werkvormenboek, Dirkse, S., Dirkse-Hulscher, S. & Talen, uitg. SDU Uitgevers, ISBN 9789052616131.