Paragraaf 5 Joodse uitingsvormen, opdracht 30

De TeNaCH

De TeNaCH bestaat uit drie delen, namelijk:  
1. de Thora (wet, onderwijzing).
2. de Nebiim (profeten).
3. de Chetubim (de geschriften).

De Thora bestaat uit vijf boeken:
1. Genesis
2. Exodus
3. Leviticus
4. Numeri
5. Deuteronomium.
Ze worden ook wel de vijf boeken van Mozes genoemd.

In de Nebiim vinden we de boeken over de profeten. Een profeet is iemand die het woord van God doorgeeft aan de mensen. Soms is dat een goede boodschap, maar het kan ook pittige kritiek zijn. Als ‘woordvoerder van God’ heeft de profeet ook de verantwoordelijkheid om de onderdrukte mensen te helpen en de gelovigen te stimuleren om rechtvaardig te leven. Als het joodse volk zwaar op de proef wordt gesteld (zoals bij een oorlog, een ballingschap of een hongersnood), moedigt de profeet de mensen aan stand te houden en samen te overleven.

De Nebiim zijn verdeeld in vroege en latere profeten. De vroege profeten bevatten de historische boeken Josua, Richteren, Samuel I en II en Koningen I en II. Bij de latere profeten maken we een onderscheid tussen de grote profeten (Jesaja, Jeremia en Ezechiël) en de twaalf kleine profeten: Hosea, Joël, Amos, Obodia, Jona, Micha, Nachoem, Habbakkoek, Zephanoia, ­Haggai, Zecharia en Malachi.

De Chetubim bestaat uit dertien boeken:
1. de Psalmen
2. de Spreuken
3. Job
4. het Hooglied
5. Ruth
6. Prediker
7. Klaagliederen
8. Esther
en de historische boeken
9. Daniël
10. Hannah
11. Nehemja
12. Kronieken I
13. Kronieken II