Paragraaf 3 Geschiedenis van het jodendom, opdracht 16

Kies opdracht a, b of c.

a. Ga in je eigen woonplaats op zoek naar een monument dat iets te maken heeft met de Tweede Wereldoorlog. Geef antwoord op de volgen­de vragen:
- waar staat het monument?
- hoe ziet het monument eruit?
- welke woorden of zinnen staan er op het monument?
- hoe lang staat het monument er al?
- wie zorgt er voor het monument?
- wanneer komen mensen naar het monument?

Maak een verslag op een apart blaadje.

b. Hier volgen spreuken die voorkomen op verschillende oor­logsmonumenten:
- Wanneer de rijken oorlog voeren, sterven de armen.
- Zij vielen voor onze vrijheid.
- Nooit meer oorlog.
- Zij verbraken de ketenen die door de vijand waren aange­legd.
- Het pad van de oorlog is het pad van de dood.
- Oorlog is als een tunnel zonder licht.

Maak een tekening (op een apart blaadje) van een oorlogsmonument dat past bij één van de spreuken.